06/12/2008

Vers Brussel in het Europees Parlement


VERSLAG DOOR VERTALER ERIK DE SMEDT (4/12/08) - Voor het vertaalproject 'babel' van Vers Brussel was het een bijzondere dag. Bijna twintig EU-vertalers waren vanmiddag in het Europese parlement aanwezig om de versie van Ulf Stolterfohts gedicht in hun moedertaal voor te lezen. Voor de buitenstaanders een gelegenheid om de 'vesting Europa' te leren kennen. Want daar heeft het wat van. Eerst het gebouw proberen te vinden. 'Europees parlement = Europese wijk = Schumanwijk, dus met de metro tot Schuman' bleek een verkeerde veronderstelling. Voorbijgangers op straat de weg vragen, is ook niet zo'n goed idee. Iemand wou me naar het station Luxemburg sturen en zei dat het 'very far' was. Omdat ik dat niet kon geloven, op goed geluk zelf wat straten overgestoken tot ik de weg helemaal kwijt was. In een winterse bui nog maar iemand aangesproken (in die buurt doe je dat voorzichtigheidshalve in het Engels) die als bij wonder ook naar het parlement moest ... en een Duitse bleek. In het Altiero Spinelligebouw zijn de veiligheidsmaatregelen vergelijkbaar met die op de luchthaven, metaaldetector inbegrepen. Dat parlement heeft overigens iets van een glazen huis, al moest ik eerder aan een serre denken. In de wandelstraten binnen vind je zowat alles, tot en met een KBC-bankfiliaal. Je hoeft zelfs niet meer naar buiten als je bomen of de lucht wil zien.

In de indrukwekkende ronde vergaderzaal A5G3 moesten de tolken en vertalers nu 's niet achter glas in de cabines plaatsnemen, maar op de voorste rij. Een voor een lazen ze hun vertaling van 'babel', alfabetisch volgens taal, van Bulgaars tot Zweeds. Intussen waren er op groot scherm in loop trage beelden te zien die Honoré d'O eerder in het gebouw had gemaakt. Een imposante stenen kop (bij navraag Paul Henri Spaak), dichtslaande klapstoeltjes, onbemande rijen in het parlement, een klok die 360° draaide en dus steeds een andere tijd aangaf. De kunstenaar vertelde achteraf dat hij dit videobeeld bijna niet had kunnen maken, omdat niets van de EU-bewakers langer dan twee minuten mocht worden gefilmd. Dat de voertaal bij vorige workshops en sessies overwegend Engels (soms een beetje Frans of Duits) was geweest, leek nu vergeten. Net als in het gedicht, hadden de 'drieëntwintig tongen' het voor het zeggen.

Spraakverwarring is het niet het juiste woord, maar een uitzonderlijke ervaring was het wel – en een ultieme weerlegging van de 'eenheidsworst' waar Europa vaak mee wordt geassocieerd. Volgende week komen de teksten op de website van Vers Brussel. Nu was het luisteren, gissen, vluchtig herkennen en toegeven dat veel je ontgaat. Die 23 talen zijn grondig uit elkaar gedreven. Hoe zou iedere aanwezige de voor haar of hem echt 'vreemde' talen hebben aangevoeld? Wat zou ieder erin hebben geprojecteerd? Zou het Hongaars ook voor anderen zo muzikaal hebben geklonken, als kamermuziek in sourdine? Het Lets zo magisch-sprookjesachtig? En het Pools zo dramatisch, alsof er een hele scène (in niet-theatrale zin!) werd gemaakt? En hoe zou Nederlands overkomen in Italiaanse, Maltese, Sloveense of Zweedse oren? Eén zinnetje klonk vandaag met bijna twintig accenten: "Verstaat u mij? Ja, als u niet te vlug spreekt". De dichter citeert het in 'babel' in het Nederlands (een vondst uit zijn Langenscheidt taalgidsje). 'Ergens voorbij de woorden gebeurt het' – zegt Huub Oosterhuis in zijn essay 'De tweede taal' – 'dat mensen elkaar verstaan.' Door ons met twintig te buigen over dat ene gedicht 'babel' hadden we even geen tolk meer nodig. Of zoals Ulf Stolterfoht schrijft: "babel is lieflijk, een oord voor de wildste syllaben, soort permanent pinksteren". (Erik de Smedt)