17/02/2010

Voor een bredere visie op het literaire veld in Vlaanderen

Dit standpunt van Sigrid Bousset (directeur Het beschrijf) verscheen gisteren in De Morgen.

Naar aanleiding van het opheffen van Het Andere Boek gaan er allerlei stemmen op. De ene beschouwt het wegvallen van deze alternatieve boekenbeurs annex auteursfestival als een verlies, de andere (en niet in het minst het bestuur van Het Andere Boek zelf) vindt dat er inmiddels voldoende alternatieven in Vlaanderen zijn ontstaan en we elkaar niet voor de voeten moeten lopen. Hoe het ook zij, Het Andere Boek was een prettig ontmoetingsmoment voor de mediatoren van het boek, voor de schrijvers en voor het publiek, en het eerste weekend van oktober zullen velen wat verweesd op zoek moeten naar een andere invulling van hun weekend. Twee dagen binnen blijven en een goed boek lezen bijvoorbeeld.

In plaats van meteen wat ongericht te gaan brainstormen over alternatieven, zoals vorige week al volop leek te gebeuren, lijkt het wegvallen van Het Andere Boek me een gelegenheid bij uitstek om het literaire veld in Vlaanderen, zoals het de voorbije 10 jaar is geëvolueerd, eens grondig te evalueren. Hoe is het aanbod aan literaire activiteiten geëvolueerd? Hoe gaan we om met spreiding en diversiteit? Welke toekomstvisie op literair Vlaanderen koesteren we? Op welke manier kunnen commerciële en gesubsidieerde initiatieven nog beter samenwerken? En hoe kunnen we de beleidsmatige ondersteuning beter afstemmen op de realiteit van het literaire veld vandaag?

Vast staat alleszins dat het literaire veld in Vlaanderen zich de voorbije jaren heeft geprofessionaliseerd en is geëvolueerd tot een bijzonder aantrekkelijke context, terwijl die een decennium geleden nog grotendeels bestond uit vrijwilligerswerk. Het ontstaan van het Vlaams Fonds voor de Letteren, van literaire mediatoren als Stichting Lezen, Het beschrijf, Passa Porta, Behoud de Begeerte en poëziecentrum (de laatste 2 trokken reeds vóór die tijd hun sporen), hebben door de ontwikkeling van een permanente professionele werking gezorgd voor een dynamisch literair klimaat. Manifestaties als Saint Amour, Het groot beschrijf en het latere Passa Porta Festival, Zuiderzinnen, Uitgelezen, De Nachten, de Literaire Lente met Zogezegd, al deze initiatieven kwamen tot bloei en het publiek is enthousiast gevolgd. In steeds grotere getale komen lezers luisteren naar wat auteurs te vertellen hebben. Ik kom vaak genoeg in Nederland om er te vernemen hoe onze Noorderburen met jaloezie kijken welk recept we in Vlaanderen gevonden hebben om bij grote literaire manifestaties zo vindingrijk te zijn en telkens zo veel publiek en potentiële lezers op de been te krijgen.

Het is nù het geschikte moment om even boven onze drukke agenda’s uit te stijgen en ons volgende vragen te stellen:
1. Zijn we tevreden over het literaire landschap vandaag? Zijn er lacunes en wat kan beter?
2. Hoe kunnen we de diversiteit van het literaire veld in Vlaanderen ondersteunen door een coherent letterenbeleid op lange termijn?

Een breed overleg, met actoren en de diverse subsidiegevers, is er rond de literaire sector bij mijn weten nog niet geweest. We hebben ons de voorbije jaren allen uit de naad gewerkt om onze literaire manifestaties en initiatieven vorm te geven en te verankeren, maar we hebben bijzonder weinig met elkaar gepraat. Ook tijdens de reflectienamiddag naar aanleiding van 10 jaar Fonds voor de Letteren bleven de literaire organisaties kortweg onbesproken. Met een overleg bedoel ik niet het bestaande boekenoverleg, hoe nuttig wellicht ook, waar de literaire dimensie slechts in beperkte mate aan bod komt. Ik bedoel een overleg tussen de belangrijke literaire actoren in Vlaanderen en hun subsidiegevers. Want wat dat laatste betreft: hoe krijg je nu uitgelegd dat de ene literaire organisatie door het Vlaams Fonds voor de Letteren wordt gesubsidieerd, de andere in het Kunstendecreet, een derde in het participatiedecreet en een vierde nominatim op de begroting staat?

Om het boeiende literaire veld zoals het zich vandaag presenteert de nodige kansen te geven op verdere groei en bloei, dienen de literaire actoren met zijn allen samen de balans op te maken en vooruit te kijken, en dient ook in het beleid orde op zaken te worden gesteld. Het tegengaan van de versnippering in subsidieverstrekking is alvast een duidelijk punt in de beleidsbrief van Joke Schauvliege.
Laten ook wij, literaire organisaties, ons eens flink bezinnen over waar we willen staan in 2020, maar liefst al eerder!


Sigrid Bousset
Directeur Het beschrijf

No comments: