03/11/2013

Ivo Victoria in Pittsburgh: dag 12.

Het was een bont gezelschap, bijeen gekomen om de doden te vieren. Dia de muertos. De Mexicaanse gastvrouw – een danseres – had heerlijk gekookt. De Spaanse gastheer – werkzaam in het Museum of National History, gespecialiseerd in reptielen – liep rond zoals je van een Spaanse gastheer kan verwachten: trots, rechtop, minzaam.
Ik sprak een Chileense fysiotherapeute, een gepensioneerde medewerkster van de Deense ambassade in Washington, een Argentijnse biologe, een Amerikaanse beeldend kunstenaar. Allemaal vrouwen. Ik sprak alleen maar met vrouwen. Typisch mij.
In een muur was een nis gecreëerd die men had ingericht als eerbetoon voor de doden. Foto’s te midden van bloemen, koekjes, een glas rode wijn.


 Later die avond werd er ook gedanst. Ik dacht aan de verschillende doden die ik heb gekend en in gedachten zocht ik al naar een geschikt plekje in ons huis in Amsterdam waar ik volgend jaar ook zo’n nis kan inrichten, mensen uitnodigen, lekker eten en wijn drinken in goed gezelschap.
Aan het eind van de avond raakte ik in een lang gesprek verwikkeld met een dame die hartfilmpjes maakt in het Allegheny Medical Hospital, naar verluidt één van de beste in Amerika. Ze kreeg vanalles over de vloer: rijke buitenlanders, de loodgieter om de hoek, gevangenen onder begeleiding van twee bewakers. Ze vertelde dat het maken van zo’n filmpje geluid maakte en hoe elke patiënt – zonder te weten wat er aan de hand was – op die geluiden vertrouwde om zijn of haar eigen diagnose te stellen. Iemand met een luide, zompige hartslag, ten gevolge van een lekkende hartklep, zei: ‘Een mooie, zware slag. Dat is vast goed.’
Tot slot moest ik een dame vertellen dat de gigantische badeend was ontploft. Het nieuws kwam hard aan. De eend had tot de dag voor mijn aankomst hier in Pittsburgh gedobberd, en haar geschrokken reactie gaf mij het gevoel dat ik medeplichtig was.

No comments: