Voor het eerst sliep ik slecht. Het was een frustrerende schrijfdag
geweest en om half tien was ik uitgeput en al lezend in slaap gevallen
op bed. Rond middernacht werd ik wakker, legde het boek weg, en
probeerde de slaap te hervatten. Dat lukte niet. Het was koud, ik was
onrustig.
Om half zeven werd ik uit mijn halfslaap gewekt door een
whatsapp bericht van Rob Waumans waarin hij meldde dat hij vast aan het
bier ging. Ik checkte mijn email. Twee berichten trokken mijn aandacht.
Allereerst: Waumans & Victoria hebben een prima subsidie ontvangen
van het Nederlands Letterenfonds om in 2014 met een avondvullende versie
van ons literair spektakel door het land te gaan toeren. Fantastisch
nieuws. Ik ging gelijk aan de koffie.
Ten tweede: een dringend
verzoek van de Belgische ambassade in Nederland om de ambassadeur te
bellen. Allerlei gedachten gingen door mijn hoofd. Werd ik onder
diplomatieke druk de US uitgezet? Had men in de gaten gekregen dat ik
bij de paspoortcontrole, voor de sport, had gelogen? Was er thuis iets
gebeurd – een brand, mijn voltallige gezin omgekomen, een boodschap die
met tact via officiële weg moest worden overgebracht alvorens de
onmiddellijke repatriëring in werking te stellen? Alles leek beter dan
aan het werk te moeten. En het wás ook beter: ik werd uitgenodigd om
kennis te maken met het kersverse Belgische koningspaar op een besloten
receptie in Den Haag. Ik met Filip en Mathilde. Ik zag mogelijkheden.
Maar helaas, ik ben te laat weer terug in Nederland om ze te kunnen
benutten.
Ik keek naar buiten, het was grijs, volgens mijn iPhone 1
graad koud. Henry mailde om te vragen of ik voldoende warme kleding bij
me had. Met frisse tegenzin printte ik Boek 3 uit. Het begon te
sneeuwen. Ik zette nog een pot koffie, legde de eerste bladzijden klaar
om te gaan lezen en dacht: alles gaat goed, alles gaat goed, dit is dag
vier, en alles gaat goed.
26/10/2013
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment