Vannacht ging de deurbel. Twee korte buzz-geluiden snel na elkaar, zo
plots dat het huis leek mee te trillen. Het was kwart voor vijf.
Ik
slaap hier al niet best. Het boek spookt door mijn hoofd en de twijfels
en euforische momenten lossen elkaar in hoog tempo af. Dan zijn er de
Amerikanen. Lieve mensen die graag luid pratend over straat lopen,
vooral wanneer de duisternis valt. De eekhoorns die zich vermaken met
het bouwmateriaal van het huis naast mij waar werkmannen deze week
vloeren leggen, veelal luid pratend. En tot slot de Allegheny River, of
ten minste, de boten die er varen, tenminste, ik vermoed dat het
meerstemmig geweeklaag dat op gezette tijden vanaf de rivier door de
wijk komt waaien, een donkere, droevige drone, alsof er iemand te betreuren valt – en dat valt er altijd – van die schepen afkomstig is.
Gedurende
enkele seconden lag ik als een bange wezel in bed, klaarwakker, de ogen
wijd open, te luisteren naar verdachte geluiden op straat. Niets. Ik
nam mijn iPhone en checkte email. Er zat een bericht bij over een
kwestie die al lang aansleept en die mij plots enorm op de zenuwen begon
te werken. Helemaal klaar mee. Er moest vaart achter worden gezet,
linksom of rechtsom, ik zou die zaak oplossen en wel nu. Ik ging achter
de computer zitten en beantwoordde de email op niet mis te verstane
wijze, het zou me alleszins niet verbazen als ik van die wijze nog eens
spijt ga krijgen. Daarna ging ik weer naar bed en viel in een diepe
droomloze slaap.
Om acht uur ging de deurbel. Eén korte buzz. Wie, in godsnaam, en waarom?
Een
kwartier piekeren later, stond ik op en zette koffie. Ik trok een broek
en t-shirt aan en liep naar de voordeur die ik opende. Ik keek in de
brievenbus – niets. Ik groette één van de werklui – ‘Morning.’ En ik
drukte op mijn eigen deurbel – DING! DONG!
Kortom. Twee keer wakker gebeld door een eikel die niet blijkt te bestaan. Bepaald geen geruststellende gedachte.
31/10/2013
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment