01/11/2013

Ivo Victoria in Pittsburgh: dag 10.

‘Lydia had er vorig jaar driehonderd.’
Ik sta in de kleine grocery store, op de hoek van wat ik nu, na tien dagen, gewoon mijn straat ga noemen. Ik wil snoep kopen voor Halloween en heb om advies gedaan.
‘Ja, maar wij woonden vroeger vier straten verderop, daar kwamen ze helemaal niet!’
‘Ze moeten je kennen. Jou kennen ze niet. Wij hadden er vorig jaar honderd.’
Het woord kinderen wordt niet gebruikt. Overbodig. Het gaat om de juiste kwantiteit. Men probeert mij uit alle macht te helpen, er wordt gesproken op een toon die verraadt dat zij weten wat zal gebeuren wanneer ik verzaak. Ik glimlach maar vanuit mijn borstkas ontsnapt ongezien een lange, diepe zucht. Ik koop voor tien dollar snoep.
Met het plastic tasje in de hand loop ik terug naar huis. Deze week werkte ik ongeveer twaalf uur per dag en ik ben niet eens halfweg in het herwerken van dat verdomde boek. En volgende week is een korte want ik heb een lezing en ga een lang weekend naar New York. En dan rest er nog een dag of tien voor ik terug vlieg. Welbeschouwd is mijn hele verblijf hier al voorbij.
Ik doe het snoepgoed in een schaal en zet die klaar bij de deur. Ik ga op bed liggen, heel even maar, een klein dutje om straks langer door te kunnen werken, en uren later schrik ik wakker van de deurbel – ding dong – en zit rechtop in de duisternis alsof alles wat nog staat te gebeuren slechts een droom is.

No comments: