04/11/2013

Ivo Victoria in Pittsburgh: dag 13.

Vanochtend reden Henry en ik naar Roslynn Farms, een stadje net buiten Pittsburgh. Grote huizen, grote tuinen, schitterend herfstweer, de geur van brandend hout in de lucht.
Ik was uitgenodigd voor een brunch bij de ‘honorary consul to Belgium’ van Pittsburgh, Anne Billiet Lackner, een hartelijke dame uit Kortrijk die ook na 33 jaar Amerika haar West Vlaams accent prima had geconserveerd. Ze leerde Vince, haar man, kennen toen hij in Leuven studeerde en professioneel basketbal speelde bij Kruibeke.
We dronken Mimosa’s als aperitief. Champagne met jus d’orange en dat was eigenlijk best lekker. Het was een klein gezelschap, waarvan maar liefst vier mensen in meer of mindere mate Nederlands spraken. Mij werd verzekerd dat dit een unicum was, in Amerika dan, welteverstaan. Het haardvuur brandde. Ik zat naast de broer van Vince, die jarig was. Een muzikant. Hij noemde talloze beroemde namen van bands en muzikanten waarmee hij had gespeeld in de jaren zestig en zeventig maar hij leek het meest trots op het album dat hij in 1976 had uitgebracht met de Walnut Band, waarvan ik deze song op YouTube vond.
Tijdens het eten werd me herhaaldelijk gevraagd de migrantenproblematiek in Nederland en België te duiden. Dat overkomt me hier wel vaker. Een dame had gelezen dat Brussel was ‘overgenomen’ door Marokkaanse jongeren. Ik probeerde de politieke situatie in beide landen te schetsen maar pas toen het woord moslimfundamentalisme viel, had ik door waar die vragen vandaan kwamen. Overigens moest ik ook tijdens deze, verder prettige, gelegenheid bij het afscheid het nieuws brengen dat de reuze eend ontploft was. Niemand schijnt op de hoogte zijn. Vreemd toch. Maar goed, je kan de mensen niet in onwetendheid laten.
’s Avonds belde ik met mijn Amerikaanse neef, die een uurtje rijden van Pittsburgh woont. Hij is een cop van beroep en zo klonk hij ook. Binnenkort ga ik bij hem op bezoek. Ook daar verwacht ik vragen.

No comments: