08/11/2013

Ivo Victoria in Pittsburgh: dag 17.

De hele nacht, en ook nu nog, hingen er helikopters boven de wijk. Dusdanig was blijkbaar de opwinding over mijn Amerikaans live debuut gisteravond, dat men rellen vreesde.
Er waren een vijftigtal mensen in de prachtige ruimte die Henry zijn woonkamer mag noemen. Voor mij las Roman Antopolsky, een Argentijnse dichter. Hij deed een hoofdstuk uit het boek waaraan hij werkt, een historische roman naar ik begrijp waarin zelfs Guido Gezelle een rol speelt. Ik onthield de zin: ‘He sensed a possibility in himself to melt.’ Of zoiets. Mooi beeld. Ik dacht: dat ga ik pikken.
Daarna las ik fragmenten voor uit Hoe ik nimmer… en Gelukkig zijn we machteloos. Uit dat laatste boek deed ik de onweerscène, mensen die het gelezen hebben zullen weten wat ik bedoel, en het was fijn om te merken dat iedereen in spanning luisterde, ik had nooit eerder in het Engels voorgedragen en tijdens het lezen dacht ik: hey, dit werkt. Kortom. Ik zag hem alweer geniepig de hoek om komen piepen, mijn goede vriend genaamd overmoed.
’s Ochtends was ik in het Andy Warhol museum. Fascinerend is het atelier waar men momenteel de ongeveer 500 time capsules opent die Warhol bij hield. Vijfhonderd kartonnen dozen waarin hij alles – postkaarten, brieven, rekeningen, geschenken, … - van een bepaalde periode in gooide. Hij had er altijd eentje naast zijn bureau staan. En ik moest denken aan een personage uit boek 3 die dat ook doet, min of meer, en ik vroeg me af waarom ik zo veel weg gooi. Nou ja. Warhol geeft zelf het antwoord in zijn dagboek: ‘I opened a Time Capsule and everytime I do it, it’s a mistake because I drag it back and start looking through it.’ Een prima motto voor Boek 3, nu ik er zo over denk.

No comments: