Op de vlucht terug naar Pittsburgh las ik Van dode mannen win je niet
uit, de nieuwe roman van Walter van den Berg. Vanaf de eerste bladzijde
hangt er een haast onuitstaanbare akelige spanning in dat boek. Goed.
Erg goed. Koop het. Nee, serieus.
Toen we landden, dacht ik: ha,
thuis. Dat is natuurlijk een gekke gedachte want eerder die dag had ik
nog een acute aanval van heimwee toen ik de foto’s van Lou en Lola zag,
die in Amsterdam met hun lampionnetje snoep hadden opgehaald tijdens
Sint Maarten.
De taxichauffeur was een Poolse Engelsman die 43 jaar
geleden naar Amerika was geëmigreerd omdat zijn moeder én zijn twee
zussen alle drie gelijktijdig hadden besloten te trouwen met een in
Engeland gelegerde Amerikaanse soldaat. Hij had daarna zelf twee jaar in
het Amerikaanse leger gediend en toen hij eruit kwam dacht hij dat hij
nu wel makkelijk de Amerikaanse nationaliteit zou krijgen maar dat bleek
niet het geval; hij moest gewoon de normale procedure volgen. Dat
vertikte hij en nu heeft hij al meer dan 40 jaar een green card. Ook hij
voelde zich thuis in Pittsburgh, dus ja, zo’n gekke gedachte was het
misschien niet, wat heeft de tijd er ook mee te maken, eigenlijk, ik
bedoel: toen ik mijn huisje op Sampsonia Way betrad, klikte ik
blindelings de lichten aan, pakte snel mijn spulletjes uit, trok een
biertje uit de koelkast en rookte een sigaret op mijn vaste plek, voor
de voordeur, bovenaan de kleine trap die naar de straat leidt. Prima
biertje, prima sigaret, mijn vriend het konijn kwam voorbij gehuppeld,
morgen weer aan het werk en net op het moment dat ik de laatste rook de
straat in blies, begon het zachtjes te sneeuwen.
12/11/2013
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment