Lichte ontzetting gisterochtend toen ik bij herlezing van het
opiniestuk in De Standaard vast stelde dat ik in dat stuk geen jonge
vrouwelijke publicisten/auteurs noem. Verbijsterend latent machogedrag
terwijl iedereen weet dat ik dól op vrouwen ben. Op Twitter bood ik
proactief mijn oprechte excuses aan bij Simone van Saarloos, Olga Kortz
en Ann De Craemer bij wijze van representatieve steekproef. Daar wisten
ze niet goed raad mee, dus ik bood aan om een keer lekker voor ze te
koken. Had natuurlijk weer precies het omgekeerde effect. Tót Olga lucht
kreeg van mijn verpletterende culinaire reputatie. Dus oké. Ik hang.
Morgen treed ik hier op, in Pittsburgh. Een lezing samen met de
Argentijnse dichter Roman Antopolsky. Ik kijk daar naar uit, uiteraard,
ik heb nog nooit eigen werk in het Engels voorgedragen en wanneer ze in
Amerika ‘reading’ zeggen, dan bedoelen ze ook echt reading: twintig
minuten voordragen aan een stuk. Benieuwd of het publiek dat trekt.
Maar veel liever nog dan hier te op te treden en tegelijk veel liever
niet, was ik gisteravond in de Brakke Grond geweest om eer te betonen
aan Thomas Blondeau. Ik denk hier veel aan hem, eigenlijk elke dag,
tijdens het schrijven, en ’s avonds wanneer ik in bed lig en nadenk over
wat ik allemaal nog in dit leven wil doen.
Overigens moest ik aan
het eind van de dag vaststellen dat ik niet was gaan fietsen, zoals
gepland, en dat er plots een afgeronde, complete versie van Boek 3 was.
Dat had ik niet verwacht. Binnen twee dagen vind ik het kut, maar goed,
voor nu mocht ik een biertje en ondertussen prepareerde ik twee
lamsschenkels en zette ze in de oven. Ik maak a mean
lamsschenkel, ik zweer het je, dat zullen die dames nog ondervinden.
Hopen maar dat er geen vegetariërs tussen zitten. (Want een echte man
maakt natuurlijk vlees.)
06/11/2013
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment